In de literatuur wordt over duurzaamheid eigenlijk nauwelijks gesproken. En als er al over gesproken wordt, dan is het altijd vanuit dezelfde invalshoek: papier versus digitaal. Het verhaaltje wil dan dat digitale boeken duurzamer zijn, omdat er immers geen bomen voor geveld hoeven worden. Ook dat is een broodje aap verhaal: een digitaal boek slurpt constant een brok energie waar het tevoorschijn moet worden getoverd, en als je al die brokken bij elkaar optelt kom je al snel tot een minder gunstig plaatje, zeker als je bedenkt dat het meeste papier uit bomen wordt gemaakt die daar speciaal voor worden gekweekt, bomen die weer aangroeien.
Maar mensen zien iets over het hoofd: er is iets dat veel en veel meer vervuiling veroorzaakt dan boeken als het over literatuur gaat. Wat dan? Nou, optredens. Een optredend dichter moet vaak ver reizen naar een plek, wat behoorlijk wat brandstof verspilt, om daar voor een handjevol mensen voor te lezen, vaak nog met podiumlampen die enorm veel energie vergen, en alle aanwezigen moesten ook reizen, de drankjes die genuttigd worden moesten reizen, en ga zo maar even door. Optreden zorgt als je het totaalplaatje opmaakt voor bijna oneindig veel verspilling ten opzichte van publiceren.
Bedenk dan dat het gros der optredende dichters amateurs zijn, en dat er geen oorzakelijk verband te vinden is tussen de kwaliteit van iemands werk en het aantal optredens, en je krijgt een deprimerend plaatje voor de kiezen: mensen die bijna oneindig veel energie verspillen om inferieur werk te promoten dat het algemene imago van de literatuur enkel doet verslechteren.
Het is dus tijd voor een nieuw geluid. Veel optreden is asociaal en milieuonvriendelijk.
Daar komt nog bovenop dat optreden een vorm van instantcultuur is, en dus per definitie niet duurzaam. Niemand kan zich heugen wie of wat er vijftien jaar geleden in Appelscha stond voorlezen. Het is vermaak, en vermaak voor een hele kleine doelgroep.
Wie zijn de grootvervuilers in de Nederlandse dichtwereld? Nou, denk aan een Ilja Pfeijffer, die ook nog eens in Genua moest wonen, en voor elk optreden in bibliotheek Nikserdam een vliegreisje maakt. Of wat te denken van die duizenden amateurs die allemaal voor elkaar staan te klappen, hemeltjelief, met dat applaus zou je een hele wereldstad van energie kunnen voorzien als je een manier wist verzinnen het te oogsten.
Nee, we moeten terug naar de wortels. Goede literatuur op papier, die over honderd jaar nog indruk maakt. En spaarzaam optreden. Ziet u weer zo’n asociale figuur die middelmatige werkjes staat scanderen ten koste van de natuur om zijn ego te bevredigen – laat dan een proteststem horen. Minder! Minder! En ook minder amateurs graag, want overproductie is absoluut geen duurzaam principe. Met de echte dichters die Nederland rijk is kun je met één festival per jaar handig vooruit.